VOORBEELDEN: Begeleiden en/of beoordelen van een afstudeeropdracht

Begeleiden van afstudeeropdracht

Een ergotherapeut wil graag een vraag uit de praktijk door studenten laten onderzoeken. Ze brengt deze vraag in beeld bij de opleiding. Een student kiest dit onderwerp voor haar afstudeeropdracht. De ergotherapeut wordt gevraagd de student te begeleiden bij het uitvoeren van het praktijkgericht onderzoek en bij het schrijven van de scriptie van deze afstudeeropdracht.

De ergotherapeut ontvangt van de opleiding een certificaat dat opgevoerd wordt in het portfolio. De ergotherapeut ontvangt hiervoor 5 punten.

VOORBEELDEN: Begeleiden van studenten en herintreders

Stage begeleiden

Voorbeeld 1:

Een ergotherapeut begeleidt een stagiair van de opleiding (van dezelfde beroepsgroep). Hij doet dit gedurende 40 dagen, samen met een collega. Een stage van 40 dagen levert 20 punten op. Deze punten worden gelijk verdeeld over de twee begeleiders. Beide paramedici krijgen 10 punten.

Voorbeeld 2:

Een ergotherapeut begeleidt een stagiair die in het eerste jaar van de opleiding (van dezelfde beroepsgroep) zit. De stagiair loopt 2 losse dagen mee, verspreid over 1 maand. Dit levert 1 punt op.

VOORBEELDEN: Profileren beroepsgroep

Informatieavond

Een regionale afdeling van de patiëntenvereniging voor patiënten met de ziekte van Parkinson organiseert een informatieavond voor patiënten en hun omgeving. Het thema sluit aan op jouw achtergrond als ergotherapeut en vanuit deze rol verzorg je een presentatie over dit onderwerp.

Het leveren van een bijdrage aan deze bijeenkomst levert 2 punten op. Het bewijs van deelname, afgegeven wordt toegevoegd aan het digitaal portfolio.

VOORBEELDEN: Ontwikkeling en uitvoering van kwaliteitsbeleid

Kwaliteitshandboek

Voorbeeld 1:

Een ergotherapeut werkzaam op een afdeling in een ziekenhuis levert een actieve bijdrage aan een kwaliteitshandboek voor de HKZ-certificatie. Het aantal toe te kennen punten is maximaal 10 en minimaal 2, afhankelijk van het aantal personen dat heeft meegeschreven aan het kwaliteitshandboek.

Voorbeeld 2:

VOORBEELDEN: Nieuwe ontwikkelingen in de zorg

Ontwikkeling richtlijn/protocol multidisciplinair

  • De ergotherapeut heeft 2/3 van het totaal aantal georganiseerde bijeenkomsten actief bijgewoond, wat hem/haar recht geeft op 13 punten. Het protocol/ de richtlijn, een toelichting hoe de ontwikkeling aansluit en/of bijdraagt aan de deskundigheidsbevordering en aanwezigheidslijst worden aan het digitaal portfolio toegevoegd.
  • De ergotherapeut becommentarieert namens en in samenwerking met Ergotherapie Nederland (EN) een conceptrichtlijn en levert substantiële input aan.

VOORBEELDEN: Journal club

In een vakblad leest een ergotherapeut een stuk over de behandeling van duimbasis artrose. Dit spreekt haar aan en gaat op zoek naar wetenschappelijke artikelen over dit onderwerp. Op PubMed treft ze een systematische review aan over dit onderwerp. Het lijkt haar zinvol dit te bespreken in haar overleggroep. Ze vult als reviewer de checklist in voor het beoordelen van wetenschappelijke publicaties. Ze stuurt het artikel en minimaal 2 discussiepunten door naar alle groepsleden. Ieder groepslid bereidt zich op de bijeenkomst voor door het lezen van het toegestuurde wetenschappelijk artikel.

VOORBEELDEN: Intercollegiaal overleg

Een groep ergotherapeuten willen graag werken aan kwaliteitsverbetering middels intercollegiaal overleg en houdt een casuïstiek bespreking volgens de intervisie methode, welke wordt vastgelegd in een notulen. Aan het begin van het nieuwe jaar is door de IO-groep een planning gemaakt. Hierbij zijn afspraken gemaakt wie welke bijeenkomst een onderwerp aandraagt en in welke vorm (intervisie, casuïstiek of richtlijn bespreken). Tijdens het eerste overleg worden volgens de methode casuïstiek twee praktijkvoorbeelden besproken.

VOORBEELDEN: Werkervaring

Loondienst

Een ergotherapeut werkt in geheel 2025 en 2026 bij werkgever A voor 16 uur per week. Daarna neemt zij/hij een jaar een sabbatical. Vervolgens werkt zij/hij van juli tot en met december 2028 8 uur per week bij werkgever B. In 2029 werkt zij/hij 8 uur per week bij werkgever B en 10 uur per week bij werkgever C. De ergotherapeut heeft per jaar 4 weken vakantie en is gemiddeld 1 week per jaar ziek.

Analyse: