VOORBEELDEN: Opzetten van en deelnemen aan (inter)professionele samenwerking

Er is een monodisciplinair netwerk voor oefentherapeuten in jouw regio aangekondigd door de initiatiefnemers. Ze hebben je uitgenodigd maar eigenlijk weet je niet goed wat je ermee moet. Je praktijk loopt storm, je hebt een wachtlijst en geen collega’s om de drukte op te vangen.

Hoe moet je dát netwerk er ook nog bij doen? En wat is de meerwaarde ervan? Dat zijn precies de vragen waarom je júist aan dient te haken. Want je merkt nu al dat je klem loopt in de hoeveelheid werk en alle administratie daaromheen. In de zorg veranderen dingen nu in razend tempo. En een belangrijke verandering is de regionalisering.

Binnen enkele jaren wordt niet meer landelijk bepaald hoe zorg bekostigd wordt, maar verschuift de bepaling van noodzaak van zorg voor diverse aandoeningen naar de regionale beslistafels. En als de oefentherapie daar ontbreekt kan het zomaar zijn dat de oefentherapeuten in die regio naast het net vissen bij de zorg rondom bijvoorbeeld obesitas, diabetes, vallen of zelfs pijnklachten. Jouw specialisatie is dan heel mooi, maar als deze regionaal niet ingekocht is voor de oefentherapeuten omdat je geen stem in de besluitvorming gehad hebt val je buiten de boot.

Het overkoepelende netwerk is niet alleen handig bij de bepaling van zorginkoop. Maar ook het inperken van de hoeveelheid netwerken heeft er voordelen bij. Door slim samen te werken hoef je als oefentherapeut niet meer bij al die netwerken individueel aan te sluiten, maar kan je onderling afstemmen hoe je dit aanpakt. Daarnaast kunnen regionale afspraken over contributie gemaakt worden. Dit draagt bij aan je kostenbeheersing en tijdverdeling.

Om zo een netwerk op te richten komen de initiatiefnemers een aantal keer bij elkaar. Zij brainstormen met elkaar en kunnen daarbij ondersteuning verwachten van de VvOCM en de ROS in hun regio. Met de plannen die voortkomen uit deze eerste afspraken maken ze plannen om ook de collega’s in de regio te betrekken. Dat kan als achterban, maar ook als actief deelnemer van een netwerk. Zo worden taken verdeeld en de drukte beperkt. Hiervoor is de komende jaren budget vanuit ZonMw vrijgemaakt. Als een netwerk gevormd is, de doelen en het plan helder zijn en de taken verdeeld zijn kan iedereen hiermee aan de slag. Je komt dan nog een aantal keer per jaar samen om af te stemmen. Maar het netwerk en bijbehorende taken van de deelnemers loopt.

Vanuit het kwaliteitsregister wordt het belang hiervan erkend en word je beloond voor het opzetten en de deelname aan een regionaal netwerk.