Collegiale consultatie

Image
Collegiale consultatie

Wat is het

Het helpen van collega’s of andere zorgprofessionals bij het uitbreiden van de vakbekwaamheid. De competenties van de consultvrager staan centraal. Collegiale consultatie geeft inzicht in het eigen handelen en de mogelijkheid om hier verandering in te brengen. Hierbij is alles gericht op professionele ontwikkeling van de paramedicus en het beter functioneren op korte en lange termijn.

Bij collegiale consultatie wordt gewerkt aan de hand van een vooraf vastgestelde methode waarin de kwaliteit van het handelen van de paramedicus centraal staat. Er zijn diverse methoden in de literatuur beschreven: ‘probleemoplossende methode’, ‘maatjes model’, ‘observatiebespreking’ etc.

De ondersteuning kan op de eigen werkplek of elders plaatsvinden. Voorafgaand aan het consultatietraject maken de consultvrager en de consultgever afspraken en leggen vast:

  • De aanleiding voor de collegiale consultatie;
  • De doelen van de consultatie;
  • De wijze van consultatie;
  • De tijdinvestering;
  • De relatie met het beroepsprofiel en paramedische competenties.

Na afloop van het consultatietraject blikken beide professionals terug op de afspraken en de doelen. Is de professionaliteit uitgebreid? De consultvrager legt dit vast in een evaluatieverslag. Het evaluatieverslag wordt door beiden ondertekend.

Punten

1 uur = 1 punt met een maximum van 50 punten per registratieperiode. Zowel de consultvrager als -gever krijgen punten. Het aantal punten kan voor de consultvrager en de consultgever verschillend zijn. Bekijk vooraf goed welke methode het best passend is bij het leerdoel. Bij verschillende methoden hoort ook een verschillende tijdinvestering, dit kan invloed hebben op de diepgang van je reflectie.

Laten zien

  • Evaluatieverslag.

Denk aan  

  • Een collega wil zich ontwikkelen in een nieuwe behandelmethodiek. Als expert voor deze behandelmethode word je betrokken bij het coachen van deze collega. Gestart wordt met een gesprek om begeleidingsafspraken te maken. Je coacht daarna volgens gemaakte afspraken de collega bij het gaan toepassen van de behandelmethode. De bereikte resultaten bespreken jullie en leggen deze vast in een evaluatieverslag.
  • Een startende collega wil graag leren van een collega die al langer in het vak werkzaam is. Er wordt gekozen voor een methode, bijvoorbeeld ‘leren van successen’. Volgens deze methode gaat de startende collega in gesprek met zijn/ haar collega. Er wordt gekeken naar de factoren die bijdroegen aan het succes. De uitkomsten van het gesprek worden vastgelegd in een evaluatieverslag.
  • Een paramedicus wil graag meer weten over netwerken. Een zorgprofessional van een andere beroepsgroep heeft eerder een netwerk opgezet en wordt als consultgever gevraagd. Het doel van het gesprek wordt opgesteld en de uitkomsten worden vastgelegd.

Denk niet aan 

  • Het verbeteren van je ‘paramedisch handelen’ door het maken van werkuren met ondersteuning van een werkbegeleider. Zie hiervoor ‘Leren door werken’.
  • Intercollegiaal overleg. Zie hiervoor ‘Intercollegiaal overleg’.
  • Besprekingen zonder link met de paramedische competenties.

Format

Competentie

Professionaliteit / Paramedisch handelen / Samenwerking.