Comfort in de laatste levensfase, een ander stukje ergotherapie 'Niemand kon mij voorbereiden op die eerste keer'

Benthe
Ergotherapeut

Wij als ergotherapeuten zijn experts in het dagelijks handelen. Van aanpassingen aan de activiteit, tot aan aanpassingen van het thuis. Van het inzetten van antidecubitus hulpmiddelen tot aan aanpassingen aan een rolstoel. Als ergotherapeuten, zijn wij van vele markten thuis. Dat maakt ons beroep ook zo uniek, en toegegeven, soms ook lastig om aan anderen uit te leggen wat we precies doen. En hoewel wij als ergotherapeuten opgeleid worden om te helpen, om het handelen aan te passen en te verbeteren, is er een onderdeel wat vaak onderbelicht wordt als ik kijk naar mijn eigen opleiding. Want er komt een moment, een dag, van afscheid nemen. Een moment waarop de ziekte verergert en dat er te veel pijn is om het leven draaglijk te houden.

Een ander stukje ergotherapie

Niemand kon mij voorbereiden op de eerste keer dat een bewoner bij ons in het verzorgingshuis besloot dat het genoeg was geweest en een euthanasieverzoek had gedaan. Het leven was voor deze bewoner klaar, voltooid. En dan komt er een ander stukje ergotherapie aan bod: het bieden van comfort in de laatste levensfase.

Dus gewapend met allerlei ideeën, die ik voorafgaand met de zorg had besproken, ging ik naar mevrouw toe. Mevrouw zat aan tafel, samen met haar mantelzorger. Ik begroette beide, vertelde wie ik was en wat ik kwam doen. Allerlei ideeën opperde ik. Van een ander matras, tot aan een hoefijzerkussen die wat extra steun zou kunnen geven. Mevrouw glimlachte alleen maar naar mij. Het was lief dat ik zo betrokken was, maar het was goed zo. En op dat moment pakte ze mijn hand vast. Ze vertelde mij dat ik nog een heel leven voor mij had, dat ik moest doen waar ik energie van kreeg en ze wenste mij alle succes van de wereld.

En ik? Ik stond daar een beetje onbeholpen, met haar hand in de mijne. Bedankte haar, terwijl kippenvel op mijn armen sprong en de tranen – stiekem – achter mijn ogen brandden. Langzaam lieten we elkaars hand los en namen we afscheid.

Het dubbele gevoel kwam niet door haar vraag om euthanasie. Maar van het feit dat ik mij verdrietig voelde. Ik kende haar niet goed, mijn collega was altijd nauw betrokken bij mevrouw, maar de woorden die ze tegen mij zei waren zo krachtig. Zo mooi. En het was verdrietig om te beseffen dat ze er vier dagen later niet meer zou zijn.

Ruim een week later werd mevrouw opgehaald door de uitvaartondernemer. En daar stonden we allemaal. De verpleging, bewoners, gastvrouwen en -heren, receptiemedewerkers, teamcoaches, de fysiotherapeut, maatschappelijk werkster en mijn collega en ik. Opgesteld in de gangen, in stilte wachtend totdat de kist voorbij kwam. Het was een prachtige houten kist, vol met bloemen. Familie droeg de kist, het verdriet en het gemis was af te lezen uit hun ogen.

Bewoners die mevrouw goed kenden, begonnen zacht te huilen. Een bewoner wilde graag nog een laatste woord zeggen tegen de familie. En ik merkte dat ik een brok in mijn keel kreeg. Tranen achter mijn ogen prikten en ik moest vechten om ze binnen te houden. In stilte bleven we allemaal staan, totdat de kist buiten uit het zicht was verdwenen. Daarna pakten we allemaal onze eigen werkzaamheden weer op, ik als ergotherapeut op zoek naar bewoners die moeite hadden met een dagelijkse handeling. Ik kon het goed loslaten. Stond er niet meer bij stil.

Afscheid nemen

Afgelopen zomer overleed er een bewoner waarbij ik actief betrokken was als ergotherapeut. Helaas had ik geen afscheid van meneer kunnen nemen, omdat het nogal plots gebeurde. Meneer lag opgebaard op zijn kamer. Er is altijd de gelegenheid om nog te gaan kijken, maar ik wilde dat niet. Op een avond werkte ik mee in de avondzorg, want als ergotherapeuten kijken wij ook naar een stukje ergonomisch werken. Familie van meneer kwam koffie drinken met hun vader en opa. De zoon van meneer herkende mij en sprak mij aan. Hij gaf aan dat ik mocht komen kijken naar zijn vader, om afscheid te nemen.

En zo zat ik niet veel later samen met familie en zorgmedewerkers op de kamer van meneer. Meneer lag er vredig bij, alsof hij geen pijn heeft geleden en rustig naar de andere kant is overgegaan. Samen met familie haalden wij verhalen op. De herinneringen brachten bij iedereen een glimlach rondom de lippen. En op dat moment besefte ik mij dat het goed was dat ik geweest was. Voor zowel de familie, als voor mij. Op deze manier had ik toch afscheid van meneer kunnen nemen. Niet hardop, maar in mijn gedachten heb ik meneer bedankt voor de fijne samenwerking en gewenst dat waar meneer ook is, het goed met hem gaat. En ook dat maakte de nodige emoties in mij los.

Een bewoner die mij aan het hart lag

Recent had een bewoner besloten om euthanasie aan te vragen. Een bewoner die mij aan het hart lag. Een jaar had ik meneer intensief begeleid, na het doormaken van twee herseninfarcten. Onze band was goed. Vanzelfsprekend ging ik langs om afscheid te nemen en om te kijken of ik iets voor meneer kon doen in zijn laatste levensfase. Meneer was blij dat ik langskwam. Het onderwerp van gesprek was vooral hoe zijn uitvaart eruit zou zien en zijn laatste dagen hier. We praatten over het feit dat meneer gecremeerd wilde worden, dat er op zijn uitvaart een lied gezongen zou worden door familie, over dat er geen hemel en hel bestond. Er werd open gepraat over doodgaan en alles wat daarbij hoorde. Af en toe moesten we lachen om een flauwe grap.  

En ook hier kwam het afscheid. Mijn hand in de zijne, wenste ik hem een prettige reis naar wat er dan ook bestond ná het leven. Ik bedankte meneer voor de fijne samenwerking die wij hadden en dat ik hem mocht begeleiden afgelopen jaar. En ook hier ontkwam ik niet aan mijn eigen emoties. Tranen prikten wederom achter mijn ogen en dat was het moment waarop ik mij voor het eerst besefte; waarom zou ik ze niet mogen laten gaan?

Thuis sprak ik met mijn ouders over deze ervaring. Over dat het mij verdrietig maakte, maar dat ik die tranen wegstopte. In mijn optiek waren tranen niet professioneel. En ik ben immers een zorgprofessional. Maar naast zorgprofessionals, zijn wij ergotherapeuten ook mensen. Met eigen gevoelens die los staan van wel of niet professioneel zijn. Gevoelens die ook nodig zijn, om ons beroep net dat tikkeltje mooier te maken, echter te maken. Gevoelens die nodig zijn, om te laten zien aan onze cliënten, dat ze er niet alleen voor staan. Dat wij om hen geven en ze zien als mens.

Vooral mens

Dus straks staan we daar weer met elkaar op de gang. Om de bewoner een laatste groet te geven, voor de laatste keer afscheid te nemen. De familie te steunen en sterkte te wensen. En er zal vast  een traan over mijn wang rollen. Want naast ergotherapeut, ben ik vooral mens.